Opzegging dienstverband bij een nul-urencontract – rechtsvermoeden arbeidsomvang

Een werkgever dient in beginsel een ontslagvergunning aan te vragen om een arbeidsovereenkomst tussentijds op te zeggen. Zonder deze vergunning, is een opzegging nietig. Dit geldt ook bij een nul-urencontract.

Uitspraak

De rechtbank Amsterdam heeft op 3 februari 2014 een vonnis gewezen in zo een zaak.

Mevrouw Jansen is op 1 augustus 2012 als oproepkracht bij haar werkgever voor de duur van een jaar in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat: “de werkgever niet op voorhand kan zeggen op welke dagen en tijden en voor welke duur de behoefte bestaat aan extra arbeidskracht en dat partijen een arbeidsovereenkomst wensen aan te gaan en daarbij flexibiliteit nastreven voor wat betreft de arbeidsuren”. Tevens is in de arbeidsovereenkomst opgenomen dat deze voor beide partijen direct opzegbaar is.
Op 1 februari 2013 meldt de werkgever dat mevrouw Jansen niet meer wordt opgeroepen. Op 1 maart 2013 ontvangt mevrouw Jansen de eindafrekening, hierin staat opgenomen dat het dienstverband op 1 februari 2013 is geëindigd.

Nietigheid ontslag, rechtsvermoeden arbeidsomvang en beschikbaar stellen voor arbeid

Mevrouw Jansen stuurt vervolgens op 10 april 2013 een brief naar haar werkgever, dat zij gemiddeld 23 uur per week werkzaam is geweest en dat zij op grond van artikel 7:601b BW (rechtsvermoeden arbeidsomvang) rechten had opgebouwd voor 23 uur per week. Tevens geeft zij aan dat de werkgever een ontslagvergunning moet aanvragen om het dienstverband tussentijds te kunnen beëindigen. Zolang er geen ontslagvergunning is, is naar haar mening het dienstverband nog niet geëindigd en stelt zij zich beschikbaar om 23 uur per week te werken en vordert zij haar loon door.

Loonvordering

Omdat de werkgever niet vrijwillig overgaat tot betaling van het loon, en mevrouw Jansen ook niet meer oproept, start mevrouw Jansen een procedure bij de kantonrechter.
De werkgever voert geen verweer tegen standpunt van mevrouw Jansen, dat er een arbeidsovereenkomst voor de duur van 23 uur per week is ontstaan. De kantonrechter gaat hier dan ook van uit. Voor het overige geeft de kantonrechter aan dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet expliciet heeft opgezegd, maar in het geval van een oproepovereenkomst of nul-urencontract is het niet meer oproepen van een werknemer hiermee gelijk te stellen.

Zonder ontslagvergunning is deze opzegging nietig. Hierdoor is de arbeidsovereenkomst tussen mevrouw Jansen en haar werkgever niet geëindigd. Mevrouw Jansen heeft tijdig een beroep op de nietigheid gedaan. De kantonrechter wijst de loonvordering van mevrouw Jansen dan ook toe.

Zit u in eenzelfde situatie of wilt u nadere informatie? Neem dan contact met ons op.