De griffierechten zijn vanaf 2010 meerdere keren fors verhoogd. Met name bedrijven zien door de verhoging vaker af van een procedure. Uit onderzoek van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat het aantal handelszaken met financieel belang dat door de kantonrechter of rechtbank is behandeld, tussen 2010 en 2013 met 26 procent is gedaald.
De Raad voor de rechtspraak heeft diverse signalen gekregen dat met name bedrijven als gevolg van de verhoging van de griffierechten geen procedure meer starten. De Raad voor de rechtspraak is dan ook van mening om voor relatie kleine vorderingen, een lager griffierecht in te voeren. Helaas dient de wetgever hierover te beslissen en bij de Tweede Kamer ligt momenteel een wetsvoorstel om de griffierechten nog verder te verhogen.
Maar ook voor burgers die niet in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtshulp (toevoeging) is de verhoging een behoorlijke drempel geworden. Als u een vordering heeft van € 750,- en u moet alleen al aan griffierechten € 437,- betalen, dan is de verhouding zoek. Bovendien krijgt de verliezende partij (vaak een particulier) ermee te maken dat hij/zij veroordeeld wordt tot betaling van de griffierechten van de tegenpartij. Mensen die een kleine schuld niet kunnen betalen, komen na een procedure met een veel grotere schuld te zitten.
Kortom, de verhoging van de griffierechten is een kwalijke zaak en tast de toegang tot het recht aan.