Faillissement als dwangmiddel

Het komt regelmatig voor dat een vordering lastig te incasseren is. Zelfs bij een positief vonnis en na inschakeling van de deurwaarder.

De wet geeft de schuldeiser in zo’n situatie de mogelijkheid om het faillissement van de schuldenaar (niet-betalende wederpartij) aan te vragen. Dit blijkt in de praktijk een sterk (druk-)middel te zijn. Veel schuldenaren willen immers voorkomen dat ze failliet worden verklaard.

Procedure

De procedure begint met het opstellen van een verzoekschrift, waarmee wordt verzocht het faillissement uit te spreken. Het verzoekschrift dient door een advocaat te worden opgesteld. De rechtbank bepaalt vervolgens een datum voor de behandeling ter zitting en roept de schuldenaar per aangetekende brief op. Ondanks deze brief van de rechtbank is het verstandig om een deurwaarder in te schakelen om het verzoekschrift aan de schuldenaar af te geven (te betekenen). Gebeurt dit niet en de schuldenaar verschijnt niet ter zitting, dan wordt er een nieuwe datum bepaald en dient de schuldenaar alsnog door de deurwaarder te worden opgeroepen.

Duur

Normaal gesproken wordt het verzoek binnen twee tot vier weken ter zitting behandeld. Verschijnt de schuldenaar niet, en de schuldenaar is correct opgeroepen, dan wordt het faillissement direct uitgesproken. Als de schuldenaar verschijnt en de vordering erkent, is het mogelijk dat de rechtbank, op verzoek van partijen, de zaak met een aantal weken aanhoudt, zodat er alsnog een betalingsregeling getroffen kan worden. Er kan binnen een periode van maximaal acht weken, maximaal vier keer om aanhouding worden verzocht.

Pluraliteit (steunvordering)

Uiteraard is het ook mogelijk dat de schuldenaar de vordering betwist. Als er nog geen onherroepelijk vonnis is en het verweer is aannemelijk, dan is de kans groot dat de rechtbank het faillissement niet uitspreekt. Het is namelijk niet de taak van de faillissementsrechter om een inhoudelijk oordeel te geven over de kwestie. Dit is eventueel aan de rechter in een civiele procedure. Ook dient er een concrete steunvordering te zijn. De wet bepaalt dat er minimaal twee vorderingen onbetaald moeten blijven, waarvan tenminste één vordering ook daadwerkelijk opeisbaar is (pluraliteit).

Proceskostenvergoeding

Als de wederpartij geen of onvoldoende verweer heeft gevoerd, wordt het faillissement uitgesproken en er wordt een curator benoemt. De kosten van de faillissementsaanvraag zijn preferent. Dat betekent dat er bij de afwikkeling van het faillissement overgegaan wordt tot vergoeding van deze kosten. Er dient natuurlijk wel voldoende geld aanwezig te zijn om deze kosten ook daadwerkelijk te kunnen voldoen. Voor werknemers kan het soms voordeling zijn om een faillissement aan te vragen, als er geen loon meer wordt betaald. Het UWV kent hiervoor namelijk een speciale regeling, indien het faillissement wordt uitgesproken.

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van dit item, dan kunt u contact opnemen met mevrouw mr. D.R. (Karin) Kamps (k.kamps@rechtshulpadvocaten.nl).